In deze tijden van taalverloedering lijkt het wederkerend werkwoord geen betekenis meer te hebben. Beter gezegd; alle werkwoorden worden tegenwoordig wederkerend toegepast! In dit artikel leg ik uit wat een wederkerend werkwoord is en wat er fout is aan zinnen als “Ik irriteer me aan…” en “Ik besef me dat…”.

Wederkerend werkwoord

Wat is een wederkerend werkwoord?

Een wederkerend werkwoord is een werkwoord dat met een wederkerend voornaamwoord kan worden gecombineerd. Het wederkerend voornaamwoord verwijst meestal naar het onderwerp van de zin. Bijvoorbeeld: “Ik erger me aan…”. Me is hier het wederkerend voornaamwoord (verwijst naar ik) en ergeren het wederkerend werkwoord.

De meestgebruikte wederkerende voornaamwoorden zijn: je, me, ons en zich.

Enkele voorbeelden van wederkerende werkwoorden zijn: vergissen, ergeren, realiseren, aanmelden, abonneren, schamen, wassen, aanstellen, aantrekken, verwonden, scheren, prikken, stoten en amuseren.



Verplicht wederkerend en toevallig wederkerend

Er zijn twee soorten wederkerende werkwoorden, het één is verplicht wederkerend en het ander toevallig wederkerend. Het verplicht wederkerend werkwoord MOET altijd worden gecombineerd met een wederkerend voornaamwoord. Een voorbeeld daarvan is het werkwoord vergissen. “Jij vergist je” kan wel maar “Jij vergist” kan niet.

Toevallig wederkerende werkwoorden kunnen zowel voorkomen in combinatie met een wederkerend voornaamwoord als met een niet wederkerend voornaamwoord. Een voorbeeld van een toevallig wederkerend werkwoord is wassen. Dit kan zowel voorkomen in een zin als “Ik ben me aan het wassen” (wederkerend) als “Ik was mijn navel” (niet wederkerend).

Irriteren aanBij Spaarnelanden vragen ze de mensen of ze zich irriteren aan kauwgom op straat…

Veelgemaakte fouten

Zinnen als “Ik besef me…” en “Ik irriteer me aan…” zijn tegenwoordig erg populair. Doch deze zijn fout! De werkwoorden beseffen en irriteren zijn niet wederkerend en mogen dus niet in combinatie met een wederkerend voornaamwoord worden gebruikt.

“Ik besef dat” is wel goed omdat hier het wederkerend voornaamwoord me niet wordt gebruikt. En iets kan je wel irriteren maar je kunt je er niet aan irriteren.

De correcte alternatieven voor deze veelgemaakte fouten zijn “Ik realiseer me” en “Ik erger me aan…”. Realiseren en ergeren zijn namelijk wel wederkerend. Zie ook het artikel “Irriteren aan… Daar erger ik me nou aan!“.